MODUS: A Multi-sensOr approach to characterize ground Displacements in Urban Sprawling contexts
De impact van aardverschuivingen is groot in minder ontwikkelde landen, vooral in tropische gebieden zoals het Kivu Rift (DRC, Rwanda, Burundi) waar een combinatie van actieve tektoniek, steile topografie, intense regenval en hoge bevolkingsdichtheid wordt aangetroffen. In het kader van het RESIST-project werd begonnen met het bestuderen van aardverschuivingen in deze regio, met als doel een regionale aardverschuivingsinventaris op te stellen en de belangrijkste processen te karakteriseren, met de nadruk op het effect van regenval. MODUS wil een stap verder gaan, met speciale aandacht voor de verstedelijkte stad Bukavu (DRC). Er wordt gebruik gemaakt van een reeks teledetectietechnieken, die onder andere ongekende lange tijdreeksen en kwantificering van grondvlakvervormingen mogelijk maken; dit is de sleutel tot een beter begrip van de aardverschuivingsmechanismen en een betere beoordeling van de daaraan verbonden gevaren.
Het project wordt gefinancierd door het STEREO-programma van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en gecoördineerd door het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, in samenwerking met het Centre Spatial de Liège en l'Ecole et Observatoire des Sciences de la Terre in Straatsburg.
Voor meer informatie over VeRSUS, zie de MODUS webpage.
De aardverschuivingen Funu (a) en Ikoma (b), twee grote, langzaam bewegende aardverschuivingen in het Kivu-kloof (DRC). Funu is een duizend jaar oude, 1,5 km² grote, diep ingesloten aardverschuiving in de dichtbevolkte stad Bukavu (Zuid-Kivu). Er wonen naar schatting ~80.000 mensen op de aardverschuiving, die voortdurend in beweging is met een snelheid van 0,1-3 m/jaar. Ikoma landslide (0,2 km²) is recenter (de eerste tekenen van instabiliteit werden gedocumenteerd in de jaren '50) en bevindt zich in de landelijke omgeving van de stad Bukavu. In MODUS willen we de mechanismen en de dynamiek van dergelijke aardverschuivingen van de laatste decennia bestuderen om een beter inzicht te krijgen in het gevaar dat ze vormen voor de bevolking en hoe verschillend ze zijn van hun gematigde tegenhangers. Beide foto's genomen vanuit UAS in okt. 2018 (A. Dille).